Made with FlowPaper - Flipbook Maker
Engels Vooraf KEES VAN DAALEN • MIRJAM IJZERMAN • CARMEN GERBENZON Leerwerkboek Engels Op weg naar A133 Inhoudsopgave Verantwoording 5 Thema 1 Familie & vrienden 7 Hoofdstuk 1 Luisteren, kijken & lezen - woorden 9 Hoofdstuk 2 Luisteren, kijken & lezen - zinnen 25 Hoofdstuk 3 Lezen 29 Hoofdstuk 4 Spreken & gesprek voeren 33 Hoofdstuk 5 Schrijven 35 Terugkijken Wat heb je bij dit thema geleerd? 39 Thema 2 Wonen 43 Hoofdstuk 1 Luisteren, kijken & lezen - woorden 45 Hoofdstuk 2 Luisteren, kijken & lezen - zinnen 61 Hoofdstuk 3 Lezen 65 Hoofdstuk 4 Spreken & gesprek voeren 69 Hoofdstuk 5 Schrijven 71 Terugkijken Wat heb je bij dit thema geleerd? 75 Thema 3 Hobby’s & uitgaan 79 Hoofdstuk 1 Luisteren, kijken & lezen - woorden 81 Hoofdstuk 2 Luisteren, kijken & lezen - zinnen 97 Hoofdstuk 3 Lezen 101 Hoofdstuk 4 Spreken & gesprek voeren 105 Hoofdstuk 5 Schrijven 107 Terugkijken Wat heb je bij dit thema geleerd? 111 Thema 4 Vervoer 115 Hoofdstuk 1 Luisteren, kijken & lezen - woorden 117 Hoofdstuk 2 Luisteren, kijken & lezen - zinnen 133 Hoofdstuk 3 Lezen 137 Hoofdstuk 4 Spreken & gesprek voeren 141 Hoofdstuk 5 Schrijven 143 Terugkijken Wat heb je bij dit thema geleerd? 147 Thema 5 Gezondheid & ziekte 151 Hoofdstuk 1 Luisteren, kijken & lezen - woorden 153 Hoofdstuk 2 Luisteren, kijken & lezen - zinnen 169 Hoofdstuk 3 Lezen 173 Hoofdstuk 4 Spreken & gesprek voeren 177 Hoofdstuk 5 Schrijven 181 Terugkijken Wat heb je bij dit thema geleerd? 1854 Thema 6 Contact 189 Hoofdstuk 1 Luisteren, kijken & lezen - woorden 191 Hoofdstuk 2 Luisteren, kijken & lezen - zinnen 207 Hoofdstuk 3 Lezen 211 Hoofdstuk 4 Spreken & gesprek voeren 215 Hoofdstuk 5 Schrijven 217 Terugkijken Wat heb je bij dit thema geleerd? 221 Thema 7 Werk 225 Hoofdstuk 1 Luisteren, kijken & lezen - woorden 227 Hoofdstuk 2 Luisteren, kijken & lezen - zinnen 243 Hoofdstuk 3 Lezen 247 Hoofdstuk 4 Spreken & gesprek voeren 251 Hoofdstuk 5 Schrijven 253 Terugkijken Wat heb je bij dit thema geleerd? 259 Thema 8 Geld 263 Hoofdstuk 1 Luisteren, kijken & lezen - woorden 265 Hoofdstuk 2 Luisteren, kijken & lezen - zinnen 281 Hoofdstuk 3 Lezen 285 Hoofdstuk 4 Spreken & gesprek voeren 289 Hoofdstuk 5 Schrijven 291 Terugkijken Wat heb je bij dit thema geleerd? 297 Wat heb je geleerd in dit boek? 301 Bijlage woordenlijst Engels Vooraf 302 Bronvermelding afbeeldingen Engels Vooraf 31855 Verantwoording methode Uitgeverij Deviant heeft met Engels Vooraf een methode gerealiseerd die speciaal ontwikkeld is voor langzaam lerenden voor wie het leren van Engels met een traditionele methode een stap te ver is. Doelgroep van Engels Vooraf • leerlingen in het praktijkonderwijs • leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs • leerlingen in het vmbo met leerwegondersteuning • leerlingen in andere schoolsoorten die als taalzwak zijn aangemerkt en daarom extra ondersteuning nodig hebben Einddoel van Engels Vooraf Leerlingen kunnen Engels gebruiken in een aantal eenvoudige en herkenbare situaties op ERK-niveau A1. Om volledige beheersing van het A1-niveau te behalen, kan de leerling daarna aan de slag met Engels Vervolg A1. Kenmerken Engels Vooraf Engels Vooraf • is mede samengesteld op basis van de IVIO-eisen; • voldoet zoveel mogelijk aan richtlijnen dyslexie; • heeft een grote letter; • heeft veel ruimte op de bladzijden; • heeft een vaste, rustige vormgeving. Leerwerkboek Engels Vooraf Het leerwerkboek bestaat uit acht herkenbare thema’s. • per thema vijf hoofdstukken + een terugblik ‘Wat heb je geleerd?’ • veel ondersteuning door audio, video en afbeeldingen • overzicht van het lesmateriaal • grote woordenlijst N-E • Engels schrijven is beperkt gehouden Gratis online component met per thema • aanbod taalmateriaal d.m.v. audio en video (met en zonder ondertiteling en met een laag spreektempo) • meer dan 60 korte filmpjes of luister- fragmenten met vragen in het boek • downloadbare toetsen • downloadbare beoordelingskaarten Engels Vooraf Online Engels Vooraf Online is het betaalde digitale oefen- en toetsprogramma bij de methode Engels Vooraf. Het programma biedt extra oefenmogelijkheden bij de thema’s uit het leerwerkboek. Herkenbaarheid is het sleutelwoord Herkenbaarheid in onderwerpen, situaties, structuur en door veel herhaling. De thema’s wonen, werken en vrije tijd vormen de kern van het leerwerkboek. Binnen elk thema heeft elk hoofdstuk een eigen kleur en wordt het oefenmateriaal in een vaste volgorde aangeboden. Na elk afgerond thema in het boek volgt een toets: ‘Wat weet je nog?’ Samenvatting Engels Vooraf • één leerwerkboek • onderwerpen sluiten aan bij de praktijk • vaste, terugkerende aanpak per onderwerp • veel niet-saaie herhaling • een typisch praktijkonderwijsboek met veel ondersteuning6 Beste leerling, Voor je ligt het leerwerkboek Engels Vooraf. In dit leerwerkboek ga je Engels oefenen. Het leerwerkboek bestaat uit acht thema’s. Hieronder staan die acht thema’s: 1. Familie & vrienden 2. Wonen 3. Hobby’s & uitgaan 4. Vervoer 5. Gezondheid & ziekte 6. Contact 7. Werk 8. Geld Elk thema bestaat uit zes hoofdstukken. Elk hoofdstuk heeft een eigen kleur. Hieronder zie je de hoofdstukken van elk thema. Hoofdstuk 1 Luisteren, kijken & lezen - woorden Hoofdstuk 2 Luisteren, kijken & lezen - zinnen Hoofdstuk 3 Lezen Hoofdstuk 4 Spreken & gesprek voeren Hoofdstuk 5 Schrijven Terugkijken - Wat heb je bij dit thema geleerd? We hopen dat je het leuk vindt om in dit leerwerkboek te werken. Veel plezier en succes.Thema 1 Familie & vrienden 22 Opdracht 17 Wat moet je doen? a. Lees de Engelse woorden. b. Luister daarna naar de Engelse woorden. Welke van de twee hoor je? c. Zet een streepje onder het woord dat je hoort. Je hoort eerst een voorbeeld. Het antwoord is al gegeven. and aunt 1. brother mother 2. and father grandfather 3. fifteen thirteen 4. grandmother grandfather 5. he she 6. like live 7. older old 8. his is 9. ten than 10. my I Opdracht 18 Wat moet je doen? a. Lees de Engelse woorden. b. Schrijf achter elk Engels woord wat het betekent in het Nederlands. 1. and 12. aunt 2. brother 13. mother 3. and father 14. uncle 4. fifteen 15. thirteen 5. grandmother 16. grandfather 6. he 17. she 7. like 18. live 8. older 19. old 9. if 20. hi 10. ten 21. than 11. my 22. I Hoofdstuk 1 Luisteren, kijken & lezen - woorden 23 Opdracht 19 Wat moet je doen? a. Lees de Engelse woorden. age father like my this am friend live old years eleven hello mother school younger b. Lees de Nederlandse woorden. àVan links naar rechts invullen: âVan boven naar beneden invullen: 1. mijn 2. jonger 4. dit 3. jaar 6. ben 5. school 7. moeder 8. oud 12. vriend 9. vader 13. vind leuk 10. hallo 14. woon 11. leeftijd 15. elf c. Zoek de Engelse woorden bij de Nederlandse woorden. d. Schrijf elk Engels woord op de juiste plaats in de puzzel. Eén is al ingevuld. e. Streep elk woord dat je gebruikt hebt door. 2â 1 à m 3â Y 5â 4 à 8â 6 à 7 à 9â 10â11â 12 à 13 à 14 à 15 à Hoofdstuk 2 Luisteren, kijken & lezen - zinnen 61 Hoofdstuk 2 Luisteren, kijken & lezen - zinnen Opdracht 1 Wat moet je doen? a. Lees het uitlegblok. Iemand vertelt iets over zijn huis. b. Kijk en luister na het lezen naar het filmpje. c. Leg daarna iets op de Nederlandse zinnen, zodat je ze niet meer kunt zien. d. Lees de Engelse zinnen weer. e. Zet een streepje onder de Engelse woorden die je al in het Nederlands weet. f. Daarna mag je het Nederlands weer lezen. Had je de goede Nederlandse woorden bedacht? Uitlegblok Over je huis vertellen Hi, my name is Jamie White. I am sixteen years old. I live here. My room is upstairs. Come and have a look. It is not very big. This is my bed. This is my old couch. It is not very nice. When I cannot find my jacket, I say: “Mum, I cannot find my jacket.” Then she says: “Go and find it yourself!” Nice mother eh? Not! Hoi, mijn naam is Jamie White. Ik ben 16 jaar oud. Ik woon hier. Mijn kamer is boven. Kom maar even kijken. Hij is niet erg groot. Dit is mijn bed. Dit is mijn oude bank. Hij is niet erg mooi. Als ik mijn jas niet kan vinden, zeg ik: “Mam, ik kan mijn jas niet vinden.” Dan zegt zij: “Ga hem zelf opzoeken!” Leuke moeder hè? Niet dus. Opdracht 2 Wat moet je doen? a. Leg nu iets op de Engelse zinnen in het uitlegblok, zodat je ze niet meer kunt zien. b. Zet een streepje onder de Nederlandse woorden die je al in het Engels weet. c. Daarna mag je het Engels weer lezen. Had je de goede Engelse woorden bedacht? Extra - Woordparen bekijken. Bijvoorbeeld: Engels ‘ what’ en Nederlands ‘ wat’. d. Kijk of je streepjes gezet hebt onder allebei de woorden van een woordpaar. e. Zet een rondje om een woord uit een woordpaar zonder streepje. Leer dat woord.Thema 2 Wonen 62 Opdracht 3 Wat moet je doen? a. Lees de vragen bij opdracht 3. b. Luister en kijk naar een meisje dat iets over haar huis vertelt. c. Geef in het Nederlands antwoord op de vragen en kruis het goede antwoord aan. Vragen opdracht 3 1. Wat is de achternaam van het meisje dat zich voorstelt? Haar achternaam is . 2. Hoe oud is zij? 3. Waar woont zij? 4. Is haar kamer boven? ja nee 5. Is haar kamer groot? ja nee 6. Hoe vindt zij haar bank? 7. Wat is ze wel eens kwijt? 8. Wat doet zij als zij iets niet kan vinden? 9. Helpt haar moeder haar ? ja nee Wat moet je doen? a. Lees het uitlegblok. Je leraar kan het ook laten horen. b. Doe de korte opdracht. Uitlegblok then en than NederlandsEngels Voorbeeld ‘dan’ of ‘toen’ als je tijd bedoelt = ‘dan’ als je vergelijkt = then Then it is on the couch. Look in the kitchen then. than Dad is older than mum. I am younger than my brother. Leer dit uitlegblok uit je hoofd. Korte opdracht bij het uitlegblok 1. Wie is er ouder, jij of degene naast wie je nu zit? Geef antwoord in het Engels. Schrijf een hele zin op, van hoofdletter tot punt.Next >