Startrekenen Vervolg Manon Keuenhof • Rob Lagendijk • Astrid van Roosmalen • Sarah Brusell • Nanda Bartelink Sari Wolters • Jelte Folkertsma • Jan van Daalen • Cyriel Kluiters • Rieke Wynia Startrekenen Vervolg Star tr ek enen V erv olg deel B Leerwerkboek rekenen deel B Extra oefening op weg naar 1F2 Inhoudsopgave Startrekenen Vervolg deel B Verantwoording 5 Woord aan de leerling 8 Hoofdstuk 8 Breuken 8.1 Wat zijn breuken? 10 8.2 Breuken optellen en aftrekken 17 8.3 Een deel van een totaal 28 Puzzels 43 Hoofdstuk 9 Procenten 9.1 Wat zijn procenten? 46 9.2 Procenten en breuken 54 9.3 Rekenen met procenten 57 Puzzels 77 Hoofdstuk 10 Meten 10.1 Wat zijn afmetingen? 80 10.2 Centimeter en millimeter 84 10.3 Meter en centimeter 96 10.4 Kilometer en meter 104 10.5 Rekenen met afmetingen 110 Puzzel 113 Hoofdstuk 11 Inhoud 11.1 Wat is inhoud? 116 11.2 Liter en milliliter 118 11.3 Deciliter 131 11.4 Rekenen met inhoud 134 Puzzel 1383 Hoofdstuk 12 Gewicht 12.1 Wat is gewicht? 140 12.2 Wegen 142 12.3 Gram en kilogram 146 12.4 Rekenen met gewicht 158 Puzzel 162 Hoofdstuk 13 Tijd 13.1 Wat is tijd? 164 13.2 Klokkijken 166 13.3 Rekenen met tijd 180 13.4 De kalender 189 Puzzel 195116 11 11.1 Wat is inhoud? Uitleg 1 Als je wilt zeggen hoeveel ergens in past, heb je het over inhoud. Je kunt dan de woorden liter, deciliter en milliliter gebruiken. InhoudsmaatHoeveel is het?Waar kom je deze inhoudsmaat tegen? liter l deciliter dl milliliter ml Nagellak 7 ml De afkorting van liter is l. Afvalbak 40 liter Inhoud117 Hoofdstuk 11 Inhoud Opdracht 1 Kruis aan. a. Hoeveel melk denk je dat er in de kan zit? 1,5 l 25 ml b. Hoeveel geurolie denk je dat er in het flesje zit? 60 dl 30 ml c. Hoeveel sap denk je dat er in de beker zit? 2 dl 5 l Opdracht 2 Vul in. Kies uit: ml, dl of l. a. De inhoud van de tube is 40 . b. In de kom past 3 .Startrekenen Vervolg 128 Opdracht 15 a. Hoeveel liter ketchup zit er in de fles? b. Hoeveel milliliter wasmiddel zit er in de fles? Opdracht 16 Reken uit. a. 100 ml = l b. 0,8 l = ml 0,4 l = ml 0,6 l = ml 0,5 l = ml 900 ml = l 700 ml = l 0,7 l = ml 300 ml = l 200 ml = l129 Hoofdstuk 11 Inhoud Uitleg 6 Ook als iets meer is dan 1.000 milliliter, kun je de inhoud schrijven als kommagetal in liter. Hoeveel liter drinkyoghurt zit er in het pak? In het pak zit 1.500 ml drinkyoghurt. 1.000 ml is 1 liter. 500 ml is 0,5 liter. 1 liter en 0,5 liter is 1,5 liter. In het pak zit 1,5 liter drinkyoghurt. 1.500 ml is dus hetzelfde als 1,5 liter. Opdracht 17 Hoeveel liter tegelreiniger zit er in de fles? In de fles zit ml tegelreiniger. ml is l. ml is l. In de fles zit l tegelreiniger. 1.000 200Startrekenen Vervolg 130 Opdracht 18 a. Wat is de inhoud van de ovenschaal in liter? b. Hoeveel milliliter frituurolie zit er in de fles? Opdracht 19 Reken uit. Gebruik rekenpapier als je dat handig vindt. a. 2.300 ml = l b. 4.500 ml = l 1,7 l = ml 6.800 ml = l 5.100 ml = l 8,6 l = ml 9,4 l = ml 3.600 ml = l 6,2 l = ml 7,9 l = ml Opdracht 20 Reken uit. Gebruik rekenpapier als je dat handig vindt. a. 2 l = ml b. 7 l = ml 400 ml = l 300 ml = l 6.000 ml = l 8,9 l = ml 1,7 l = ml 0,2 l = ml 0,5 l = ml 5.400 ml = l Inhoud: 4.300 ml131 Hoofdstuk 11 Inhoud 1.3 Deciliter Uitleg 7 Als je weet hoeveel deciliter je van iets nodig hebt, kun je het afmeten in een maatbeker waar liter of milliliter op staat. Je ziet twee maatbekers met 1 dl water. 1 dl is 100 ml. 1 dl is 0,1 l. Piet bakt brownies. Piet meet het water af. 100 300 400 500 600 700 800 900 1.000 ml 200 0,1 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1 liter 0,2 Brownies • 1 pak browniemix • 1 zakje ongezouten noten • 2 dl water 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1.000 ml 1 dl is 100 ml, dus 2 dl is 200 ml.Next >